decleir

Jan Decleir IJstijd in de bloeiende gaard

van 11 november 2023 t/m 28 januari 2024

De tentoonstellingen Jan Decleir | IJstijd in de bloeiende gaard en Pjeroo Roobjee | Tybeert bij Wilde Vijg op schoot openen op zaterdag 11 november van 11 uur tot 21 uur, met een inleiding door Jan Mulder om 19 uur.

Acteur Jan Decleir (Niel, °1946) heeft een indrukwekkende theater-, film- en televisiecarrière. Minder gekend is zijn beeldend werk. Sinds zijn opleiding aan de Antwerpse Academie tussen zijn veertiende en achttiende jaar is hij steeds blijven tekenen en schilderen. Een kunst die Decleir decennialang echter alleen in de coulissen uitoefende. Sinds een twintigtal jaar treedt hij voor het voetlicht met zijn schilderijen, etsen en houtsneden.

Zijn expressieve schilder- en grafiekwerken zijn heel direct en associatief. Er gaat geen gedefinieerd concept of grote bedoeling aan vooraf. Wel is er steeds een startidee, of een paar kleine voorstudies. Tijdens het schilderen kan alles nog erg veranderen en transformeren in iets nieuws. Zelf omschrijft hij zijn werken als liefdesbrieven: hij maakt ze over en voor iemand. Vaak beeldt hij zichzelf af omringd door zijn goede vrienden en geliefden. Met zijn vrouw Brechtje of boezemvriend Ysbrant bijvoorbeeld. Ook de afgebeelde landschappen zijn die van plaatsen die hem dierbaar zijn. De ene keer is zijn tweede thuis Bourgogne het decor, op een ander werk verbeeldt hij de molen van het kleine Maarkedal, waar hij regelmatig verbleef met zijn geliefde. Hij schildert (jeugd)herinneringen. Daaruit spreekt het plezier zich terug in de tijd te verplaatsen en het verleden in alle vrijheid te herscheppen. Herinneringen, bewust en onbewust schilderen roepen weer nieuwe herinneringen op. Door die souvenirs plastisch te vertalen in verf worden ze weer tot leven gewekt, bijgekleurd en doorspekt met verzinsels en leugens.

Wat in verschillende werken terugkomt is het zolderraam, zoals hij dat zich herinnert van de mansarde waar hij als kind samen met zijn oudere broer Dirk sliep. ‘Het dakraam is een gegeven waarin je kan dromen, ontsnappen. De figuur in zwartwit is mijn broer. Althans, dat is hij voor mij. Voor de buitenstaander maakt dat geen donder uit’, relativeert Decleir. Het leven van de kunstenaar wordt in fictie omgezet. De theatrale titels die Decleir bij zijn werken verzint lijken haast namen voor een roman.

Soms vallen zijn zelfportretten samen met een historisch of fictief personage dat hij vertolkte of had willen vertolken op theater of in de cinema. Op een monumentaal doek zien we de historische Romeinse staatsman en held Coriolanus die samen met zijn vrouw een kind vasthoudt. Decleir vertolkte ooit Coriolanus in de gelijknamige tragedie van William Shakespeare. Echter, op het schilderij speelt hij het kind. Tenminste, dat laat hij ons denken. De titel verraadt echter een complexere verbeelding: ‘Vierdubbel zelfportret als Coriolanus onder de kerktoren’. In een ander werk verschijnt hij als Prometheus. Op een ander doek zien we een verrassend zelfportret als Ophelia, de geliefde van Hamlet, die per ongeluk haar vader Polonius vermoordt en zijn geliefde achterlaat. Ze wordt krankzinnig van verdriet en verdrinkt onder mysterieuze omstandigheden in een ondiepe beek. ‘Verdrinken doet ze hier ook’, verklaart Decleir, ‘maar dan in de Puytenput in Brasschaat, waar ik ben opgegroeid.’ Deze nieuwe expo is een spiegelpaleis waarin personages, verwant aan de artiest, over elkaar heen buitelen in een picturale vertelling van heden en verleden, van feit en fictie, van theater en leven. ‘Ik heb geen idee wie ik ben en vind ook niet dat ik mezelf moet kennen. De ander is veel leuker. Ik ben slechts de uitvoerder van mijn schilderijen’, zegt Decleir. ‘Ik speel de schilder.’ Mijn eigen werk lijkt wel ontstaan door een ander. Plezierig vind ik dat.’ Maar zoals de acteur zich nooit helemaal kan verliezen in een rol, is de kunstenaar ook nooit los te koppelen van de mens.

Klik hier voor eerdere exposities van Jan Decleir