Change the underwear

Fred Bervoets

Van 2 juli tot en met 10 september 2023

De tentoonstelling van  Fred Bervoets opent op zaterdag 1 juli van 11u00 tot 21u00 met een inleiding door Paul Ilegems, kunsthistoricus, om 18u00

Fred Bervoets in de kunstkritiek

De artistieke loopbaan van Fred Bervoets begon toen hij nog student was in het Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten. Het café Pannenhuis op het Conscienceplein organiseerde concerten en tentoonstellingen en was zowat het stamcafé van de academie. Najaar 1961 exposeerde Bervoets er samen met Ferre Grignard, en de tentoonstelling werd overgenomen door De Kunstkamer (Lange Nieuwstraat 153). In december 1961 verscheen een kort commentaar in de Gazet van Antwerpen, ondertekend door ‘Lucio’:

“De jonge etser Fred Bervoets, student bij R. De Coninck der Academie, toont ons een aantal etsen die een groot aankomend talent verraden: sommige ervan zijn zelfs uitstekend. B.v. Man op stoel. Ook zijn groot zelfportret in olie, met blauwe nuances, is een knap stuk.”

Een tweede tentoonstelling in het Pannenhuis volgde in november 1962, en kreeg een uitvoerige recensie (mét reproductie!) in Le Matin. Aan het woord is Paul Vaucaire:

“Bervoets exulte à rendre certains coins de la Vieille Ville, tombant sous la pioche des démolisseurs. On ne fait pas ce qu'on veut avec l'eau forte. Là, plus que partout ailleurs, on voit à quel point les contraintes techniques forcent le talent et lui donnent un sens. Bervoets est en possession d'un sens très sûr du blanc et du noir. Cela est sensible aussi dans ses portraits gravés; petites pièces d'une souple vigueur, ainsi que dans ses dessins à la plume d'une spontanéité rappellant celle d'un Pascin ou d'un Rik Wouters. Mais Bervoets n'est pas que graveur. Il est peintre aussi. Et il le prouve, notamment avec quelques étonnants portraits, lesquels vont au delà de la ressemblance physique. Voilà donc un artiste qui commence à affirmer sa personnalité dans deux disciplines bien distinctes. Bervoets est exigeant envers lui-même. Il faut lui faire confiance."

In oktober 1963, vandaag op weinig na 60 jaar geleden – de tijd van een mensenleven – nam hij deel aan de expo ‘Onderaards’ in de Bank van Brussel, samen met Ferre Grignard en nog tien andere onderaardse kunstenaars. Hij was eenentwintig en had inmiddels de Huysmans al op zak, hoewel hij nog twee studiejaren had vol te maken. Marc Callewaert benadrukte in Gazet van Antwerpen vooral de inbreng van Fred en zijn muzikale vriend:

"Een waarachtig schilder, in de geijkte betekenis van het woord, is FERRE GRIGNARD, die figuratief blijft, vermits zijn met fauvistische, driftige en malse kleur op het doek geworpen landschappen vrij dicht bij het motief blijven en iedereen het plezier gunnen er "tenminste iets" op te herkennen. Dit geldt ook voor FRED BERVOETS, die in een welhaast anachronistische stijl en in bruine tonen schildert waarvan een warme vitaliteit uitgaat. Het aparte van dit werk ligt in de vormelijke ruwheid, waarmee het gedaan is, en de gevoeligheid, de schroom, die men erachter raadt.”

Het belang van die tentoonstelling in Brussel was dat hij werd opgemerkt door de bekende Brusselse schilder Maurice Wyckaert, die hem introduceerde bij de zeer vermogende verzamelaar Stéphane Janssen. Deze vatte een bijzondere sympathie op voor Fred en zijn werk, en exposeerde hem in zijn galerie La balance in de Louisalaan. Stéphane Janssen verkocht geen kunst, maar stelde zijn kunstenaars ook niet teleur – hij kocht de hele tentoonstelling zelf en voegde ze toe aan zijn zeer uitgebreide collectie. Jaren later, in 1993-94, exposeerde hij de werken van Bervoets in het Center for the Arts in Scottsdale, Arizona, samen met ongeveer evenveel doeken van Jean-Michel Basquiat. De meeste kunstcritici waren in die jaren gewoon liefhebbers die graag van de ene galerie naar de andere wandelden om daar gul en met de nodige égards onthaald te worden door de artiesten en hun galeristen. Niet zelden waren zij schrijvers en dichters, zoals Rémi de Cnodder, René Turkry en Nic Van Bruggen. Soms ook een ander kunstenaar, zoals de literair zeer onderlegde Jan Cox. Die schreef in 1975:

“Ik heb wel eens de bezwaren tegen het werk van Bervoets gehoord als zou zijn werk wanhopig zijn en door seks geobsedeerd. Wanhopig is het zeker niet want de levenskracht spat eruit in een overweldigende stroom. Hij kan niet ophouden te vertellen en dat in kleurrijke termen. We beginnen in de hoek links van boven en eindigen in de hoek rechts vanonder, we draaien het om, trekken het kapot en plakken het weer samen met nagels, touwen, lijm... zo is er geen einde aan en dat is de bedoeling. Het is de kringloop van beginnen, vernietigen en opnieuw beginnen. Zo is het ook met zijn zgn. sekssymbolen. Zij staan daar als eeuwigheidstekens. Geboorte, dood, wedergeboorte. Zijn voornaamste doel is, tekens te gebruiken die overal verstaanbaar zouden zijn en tevens door iedereen. Zo bezien is het werk van Bervoets meer dan een verhaal, het is de uiting van zijn onstuitbare levensdrang die zowel vernielt als schept.”

René Turkry vatte zijn kunstkritieken op als literaire stukken. In oktober 1982 schreef hij in de Gazet van Antwerpen een enthousiaste tekst over Bervoets’ tentoonstelling in het KMSK:

“Deze nu eens nachtmerrieachtige, dan weer uilenspiegelige figuur heeft de kwelling en de hypertensie van deze even vitale als verkrampte tijd geschilderd en geëtst met een zotskap op, maar met een gesel in de hand. (…) Vandaar zijn wereld met parende, barende, ruziemakende, smoelentrekkende, elkaar bekampende of kwellende, kwijlende, zich in scatologische toestanden wentelende lieden! Zij vieren feest en pesten elkaar tot in het uitzinnige. De wereld wordt een zelf gekozen concentratiekamp. Hun geliefkoosde attributen liegen er niet om! Er wordt aardig wat gespoten, ineengedrukt, gekerfd en gezaagd. Net wespen die onder een omgekeerd glas elkaar verdringen en tevergeefs naar een uitweg zoeken. (…) De wereld van dit vulkanisch talent is er een van tomeloze energie, gewelddadige obsceniteit, walg en waanzin, zwarte humor, maar met hier en daar een sprankel vriendschap en liefde. We bevinden ons in de baarmoeder van een wriemelend en kolkend universum, met bevreemdende metamorfoses, in een barokke montage en een theatrale enscenering. Hoe kan het anders dat het werk van deze gekwelde voor velen schokverwekkend is!

Iedereen is het erover eens, dat Fred Bervoets «rot» van talent is. (…) Hij bleef schilderen in een tijd dat zulks niet meer oorbaar was en thans stelt de tijdsontwikkeling deze expressionist volop in het gelijk. (…) Dit wulps natuurtalent was veeleer een voorloper van de nieuwe wilden.

(…) Survoltage en charge blijken aan een diepdramatische noodzaak te beantwoorden; ze zijn er niet louter als picturale retoriek. (…) Zijn kunst vertoont de verkleefdheid aan het lijfelijke: een défilé van lijven, lichaamsdelen, geslachtsorganen, viscerale ingrediënten, karkassen en karikatuurwezens. Aan een darmenensemble heeft hij menige kompositie opgehangen. Niet alleen darmen, maar ook worsten, navelstrengen en serpenten zijn legio, vaak een onontwarbare serpentine vormend. Een hedendaagse Laocoön? Dit aspekt verwijst een naar de eeuwige groeikracht en wenteling, het dynamische en zelfs infernale bij deze taboebestormende, stoomaflatende kunstenaar.”

Teksten als deze zijn vandaag ondenkbaar. De kunstkritiek is een vorm van filosofie geworden, en gebruikt dan ook een postmoderne terminologie. De gewone lezer struikelt algauw over begrippen als ‘epifenomeen’ (nevenverschijnsel), ‘aporie’ (wanhopige besluiteloosheid), ‘paradigma’ (standaardidee, schoolvoorbeeld), ‘getextualiseerd’ (strak vastgelegd), ‘entropie’ (toenemende wanorde), ‘hermeneutiek’ (uitlegkunde), ‘appropriatie’ (toeëigening), ’idiosyncratisch’ (eigenaardig, eigenzinnig), ‘ontologie’ (wordingsleer, totstandkoming), ‘maieutiek’ (vraagstelkunde) en ‘textual poaching’, en komt snel tot het besef dat hij zich ervan te onthouden heeft. Maar ook de onderlegde lezer raakt er niet uit wijs, en kan het pas gelezene niet navertellen. Aan de hermeneutiek blijkt vaak nog wat te schorten.

Paul Ilegems

© foto Dominique Provost

Klik hier voor eerdere exposities van 2012-2022

frieda

Fred Bervoets Onderweg

Van 1 december 2022 tot en met 5 februari 2023

De tentoonstelling Fred Bervoets | Onderweg en Agnès Guillaume | Epithalame opent op zaterdag 26 en zondag 27 november 2022 tussen 11u00 en 19u00 en loopt van donderdag 1 december t/m zondag 5 februari 2023. Openingswoord door Ernest Van Buynder, erevoorzitter van het M HKA, op zaterdag 26 november om 18u00.

Fred Bervoets recente werk werd in coronatijden poëtischer, intenser en dit zonder aan kracht te verliezen. 2022 werd een uitzonderlijk jaar, met als belangrijkste mijlpalen vooreerst de voorjaarstentoonstelling in galerie De Zwarte Panter: ‘Tomorrow is an other day’; met de uitgave van het boek ‘Fred Bervoets 2019-2022’, waarin een essay van Em. Prof. Dr. Paul Huvenne – Universiteit Antwerpen en erehoofdconservator KMSKA – en een epiloog door Harry Rutten is te lezen. Tegelijkertijd liep in het Museum De Reede een retrospectieve: ‘Gewoon Ongewoon’ van zijn grafisch oeuvre, met de publicatie van een catalogus en teksten door Harry Rutten, Ernest Van Buynder en Paul Illegems – kunsthistoricus en auteur over het leven en werk van Fred Bervoets, die in 1942 in Burcht geboren werd en nog steeds zijn roots koester, tevens schrijver van het boek ‘Bervoets’ Burchtse jaren’ (2008). Fred Bervoets was vertegenwoordigd in de ‘Biënnale van de Schilderkunst’ in het Roger Raveelmuseum te Machelen aan de Leie met een representatief werk: ‘Jeugdherinnering (de windpokken)’ uit 2001, geselecteerd door de curatoren Vaast Colson en Melanie Deboutte, directeur van het Roger Raveelmuseum. In de expo ‘Oude Wijn/ Nieuwe Zakken’ in De Warande te Turnhout, naar aanleiding van het 50-jaar bestaan van het cultuurcentrum, is een unieke bijgeschilderde ets: ‘De laatste optocht’ (2013) een van de blikvangers. Deze expo loopt nog tot 29 januari 2023. In het werk zien we Bervoets een fanfare begeleiden in een apocalyptische oorlogsscène van doodskoppen en vliegende bommen. Het is een bijzonder actueel werk. Aansluitend is er zijn aanwezigheid in de tentoonstelling: ‘Expot. Depo’ in het museum Maagdenhuis te Antwerpen en in het heropend Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA). De nieuwe najaartentoonstelling in galerie De Zwarte Panter, met terechte titel: ‘Onderweg’, is een mooie afsluiter voor dit feestelijke Bervoetsjaar. In nieuwe variaties is Fred Bervoets nog steeds onderweg om zijn visie op de wereld schilderkunstig weer te geven. Daarvan getuigt zijn laatste monumentale werk: ‘It’s still war’.

Zijn geboorteplaats Burcht wilde niet achterblijven en organiseert ‘Bervoets in woord en beeld’, met een lezing door kunsthistoricus Paul Illegems op woensdag 7 december 2022 te 20 uur. Aansluitend op de lezing is er een tentoonstelling in de bibliotheek, met schilderijen, tekeningen en etsen van Bervoets uit Zwijndrechts en Burchts privébezit, en tevens enkele kunstwerken uit de gemeentelijke collectie.tabula_rasa

Klik hier voor eerdere exposities van 2012-2022